© 2018 - Davy Van Steerteghem - ZOV
De bussen van Cap of het verhaal van de groep Waaslandia.
Reizen met boter, tabak en jenever.
Tussen het Waasland en het Nederlandse Hulst heeft “Stantje”Cap na de oorlog heel wat
smokkelaars vervoerd. Douanecontroles kruiden het verhaal achter het aanvankelijk
Kieldrechtse busbedrijf.
Omstreeks 1924. Met een T-Ford begint het echtpaar Constant( Stantje) Cap en
Irma Van Duyse een buslijn tussen Kieldrecht(grens) en Antwerpen-West( nu
Linkeroever) via Verrebroek, Vrasene, Beveren en Melsele. Pas op 24 april 1929
krijgt Constant Cap een officiële vergunning voor tien jaar voor “zijn” lijn. Irma
Cap, de zus van Stantje, is er van in het begin bij. Zij ontpopt zich als duivel-
doet-al en schrikt er niet voor terug met de T-Ford te rijden. Irma trouwt met
Piet Van Denderen, de zoon van een Hollandse beurtschipper die vooral op
Rotterdam vaart. Piet wordt chauffeur en later mecanicien bij Cap. Maar met zijn
schipperspetje, zijn onafscheidelijke pijpje en zijn zwak voor “wittekes” blijft hij
toch altijd meer iets van een schipper hebben.
Cap brengt Antwerpen met al zijn bedrijvigheid en vertier dichter bij de
Kieldrechtenaren.
Ze laten zich dan ook graag door een bus van Cap naar Sint-Anneke rijden, om
er op het strand te liggen of over te stappen op de Sint-Annekesboot naar “’t
stad”. Voor de chauffeurs en de ontvangers van Cap is Sint-Anneke een
gedroomd eindpunt. De herberg van mevrouw De Cleene aldaar is de ideale plek
om te verpozen en een kaartje te leggen.
De eerste standplaats van Cap bevindt zich vlak aan de grens, aan de herberg
“Grenskantoor” van de “pater”. Even verderop, op Nederlandse bodem, runnen
Stantje en Irma de staminee “Zeeuws-Vlaanderen”.
Omstreeks 1929 komt het busbedrijf van Mathieu Schotte uit Sint-Gillis-Waas in
de problemen. Schotte, die rijdt tussen De Klinge en Sint-Niklaas, geeft er de
brui aan.
Om De Klinge een redelijke verbinding te bezorgen met Antwerpen begint Cap in
1930 met de exploitatie van het traject De Klinge-Vrasene. Al in 1933 stopt hij
ermee wegens de zeer slechte staat van de weg. Pas na de heraanleg in 1937
hervat hij de dienst.
Goed op tijd
Constant Cap vraagt op 15 januari 1937, goed op tijd, een nieuwe vergunning
aan. Hij wil een machtiging voor twintig jaar. De vergunning wordt op 24 maart
1939 toegekend en met een Koninklijk besluit van 15 mei bekrachtigd.
De hoofdlijn loopt van Kieldrecht(grens en dorp) via de grote weg naar
Verrebroek en Vrasene, en gaat vervolgens via de Mosselbank, Zillebeek,
Beveren , Melsele, Zwijndrecht naar Antwerpen LO. De nevenlijn volgt het traject
Vrasene dorp, Klein Laar, Voshoek,Zwanenhoek, Sint-Gillis-waas, Het Kalf, De
Klinge (dorp en grens).
Op dinsdag is er een rit van Meerdonk naar de markt in Beveren.
De Tweede Wereldoorlog is ook voor Cap een zwarte periode. Zo moet hij
toekijken hoe Franse soldaten zijn in 1937 gekochte bus, een H.M.Willems, in
beslag nemen.
Met een voorlopige machtiging, afgeleverd op 10 april 1945, en een gehuurde
Büssing, neemt Constant Cap de draad weer op.
Rond 1949 krijgt Constant Cap hulp van zijn zoon Serafinus, Vinus voor de
vrienden en vriendinnen. Cap koopt een gloednieuwe autocar, een Mack CBL met
een koetswerk van het Antwerpse bedrijf Maes. Vinus gaat zich toeleggen op
toerisme.
Vindingrijke smokkelvrouwtjes
Vanaf 29 april 1949 kunnen de bussen door de ‘grote tunnel’( de konijnenpijp)
naar Antwerpen-Centraal rijden. Een Koninklijk besluit van 1 juli 1951 maakt het
mogelijk door te rijden naar Hulst. De lijn Antwerpen Hulst trekt in het begin
veel klanten, onder wie veel smokkelende vrouwen.
Boter, tabak en sterke drank zijn in Nederland een pak goedkoper dan in België.
De ‘smokkelvrouwtjes’ zijn vindingrijk en bedreven in het verbergen van
verboden waar. Ze passen zelfs hun kledij aan. De douane stapt geregeld de bus
op om reizigers te controleren.
Op een dag stapt een ontvanger van Cap met zijn plunjezak in Kieldrecht in de
bus naar Antwerpen. Hij is opgeroepen voor een legeroefening. De
smokkelvrouwtjes, die weten dat de ‘ vliegende douane’ op pad is, verbergen hun
smokkelwaar in zijn plunjezak en zetten de helm erop. De douane is bij de neus
genomen.
Maar soms gaat het ook eens mis. Zoals die keer dat een fles jenever,
opgeborgen in het kastje boven de deur, door de deurstangen wordt verbrijzeld.
De uit Nederland meegebrachte smokkelwaar dient ook als ruilmiddel. In ‘De
Stad Aalst’, het bekende bruine café in de Antwerpse Carnotstraat, kun je er
enkele glaasjes porto voor drinken.
Cap in Vrasene
Omstreeks 1955 zegt het busbedrijf Cap Kieldrecht vaarwel en trekt naar de
Mosselbank 5 in Vrasene, waar een garage en woning is gebouwd. Geleidelijk
neemt Vinus het bedrijf over van zijn vader.
Op 27 maart 1969 wordt het éénmansbedrijf Cap omgevormd tot Autobussen
Cap nv.
De akte wordt verleden voor notaris Charles Sluyts in Antwerpen.
(foto 1) Jerome de Vleeshouwer (den Bol) en Raf de Prekel op het Koningin Astrid Plein in Antwerpen. (foto 2)
Daarnaast Alois De Loor, Remi Kindt, Jef Vermeirssen, Cyriel Roggeman, Joos Roggeman en Leon de Loor
(van links af) poseren voor Jennieke. (foto 3)Marcel de Block, Albert Verstraeten en Joos Roggeman maken een
praatje op het Astridplein.
Autobussen Cap nv komt vervolgens in het bezit van het Limburgse
Autobusbedrijf Richard Mélotte en Co uit Eksel. Hélène Mélotte-Bongaerts wordt
gedelegeerd bestuurder. Bij de dagelijkse leiding krijgt ze assistentie van zoon
Paul en schoonzoon Jacques Déplechin, een ingenieur.
Waaslandia Autobussen nv
Op 15 juni 1971 wordt de naam Autobussen Cap nv gewijzigd in Waaslandia
Autobussen nv. In september 1977 komen negen groene NMBS-bussen onder de
NMVB-vlag(contractnummer 2691).
Op 12 februari 1980 overlijdt Paul Mélotte op 43-jarige leeftijd. De raad van
bestuur beslist om vanaf 1 januari 1981 de bedrijfsleiding toe te vertrouwen aan
Karel Van Ombergen, die al sinds 1962 bij Cap werkt en dus veel ervaring heeft.
Jacques Déplechin superviseert.
In 1985 overlijdt Hélène Mélotte-Bongaerts op tachtigjarige leeftijd.
Waaslandia Autobussen groeit vervolgens onder de regie van Jos Van Hool en
daarna zijn zoon Frank uit tot een van de belangrijkste privé-exploitanten in
Vlaanderen.
De crew van het bedrijf met onder andere tweede van links, Frank Van Hool en
uiterst rechts Karel Van Ombergen.
In 2001 krijgt Urbain Verhelst de dagelijkse leiding van de vier busbedrijven in
Vrasene. Karel van Ombergen wordt de “minister van Financiën” van Groep
Waaslandia.
In 2004 werd het bedrijf dat zonevreemd was, geregulariseerd. Een beperkte
uitbreiding wordt mogelijk. De verankering in Vrasene is hiermee een feit.
De Bussen van Cap