© 2018 - Davy Van Steerteghem - ZOV
Het Verhaal Van Het Wapenschild van Vrasene
DE GESCHIEDENIS
Wanneer we het over de studie der wapenschilden hebben, spreken we over de heraldiek. Een
vleugje inzicht in de geschiedenis is essentieel om de oorsprong van de wapenschilden te
traceren.
Reeds vroeg in de geschiedenis bestond de behoefte zich te onderscheiden van anderen via
tekens, een voorbeeld is het teken op de helm van de Galliërs.
Pas in de middeleeuwen werden tekens een noodzakelijkheid. Door de wapenuitrusting, harnas
en helm, onderscheidde men vriend van vijand niet meer. Derhalve was het van levensbelang de
medestander te herkennen via herkenningstekens( wapenschilden).
Toen kwamen de kruistochten. Het waren dan ook de kruisvaarders die de eerste regels der
heraldiek opstelden. Zij streden in het Midden-Oosten en dat zou de ontwikkeling van het
wapenschild beïnvloeden. De Koran verbood het afbeelden van levende wezens. De Islamieten
hanteerden alleen decoratieve motieven, lijnen, vormen en kleuren ter opbouw van hun
herkenningstekens. Dit werd laconiek door de kruisvaarders overgenomen. Daar werd de
grondslag van de heraldiek gelegd. In de beschrijving van de wapenschilden herkennen we de
Arabische invloed.
Zo wordt rood aangeduid met keel, blauw met lazuur en groen met sinopel.
Rond 919 in Duitsland en 1119 in Frankrijk , maakte men echt werk van een reglementering van
de wapens.
Op basis van deze reglementering en om te vermijden dat bepaalde personen zich wapenschilden
en titels wederrechtelijk zouden toe-eigenen, ontstond de “stiel” van wapenheraut.
Het belangrijkste wapenboek dateert van de XIV eeuw en was van de hand van wapenheraut
Gelre( 1334-1372). Het wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel.
Omdat ook in die tijd fraude en bedrog des mensens was, benoemde Philips de Goede in het
kader van de Orde van het Gulden Vlies een bijzondere wapenkoning, die de bevoegdheid had
van gerechtelijke politie.
In 1595 werd het menens als Philips II op 23 september een wet uitvaardigde die de heraldiek
regelde.
Op 11.12.1954 vaardigde Keizerin Maria-Theresa een edict uit betreffende de “Titels en eretekens
van de adelstand” Het regelde het bezit ( alleen adel), de erfelijkheid van wapenschilden en
desgevallens de ontrekking van het wapen door onterend gedrag.
Aanvankelijk waren wapens alleen voor de adel. Dit zou veranderen. Ook burgers en ambachten
hanteerden wapenschilden. Bij de ambachten was het gangbaar dat een werktuig in het wapen
werd afgebeeld.
Steden en gemeenten hanteerden eveneens zegels en wapenschilden. Deze zouden nodig blijken
om contracten en onderlinge overeenkomsten te wettigen.
DE TAAL DER HERALDIEK
De heraldiek is voor alles een taal ter weergave van “Ideeën of feiten betreffende individuen ,
families of maatschappijen, hun verleden,hun heden,hun plannen voor de toekomst. In dit
verleden, dit heden en deze toekomst zijn samengebundeld het streven zichzelf gelijk te zijn en
te blijven, en vast te houden aan de wet die men heeft ontvangen van voorouders wier taak men
voortzet; taak welke men zichzelf heeft opgelegd en welke men graag vervolgd zag door hen die
later zullen komen.”
Zoals de geschiedenis het laat vermoeden, heeft de heraldische taal van zelf haar rijkste
inspiratie gevonden in het symbolisme van kleuren en figuren.
Zo zouden de kleuren de volgende betekenis hebben:
goud: rijkdom,geloof,wijsheid en standvastigheid
zilver: zuiverheid, onschuld en maagdelijkheid
lazuur(blauw): majesteit, schoonheid,ontkenning der waarheid
keel(rood): vermetelheid
sinopel(groen): hoop, overvloed
sabel(zwart): wetenschap,kracht,bescheidenheid,smart,oprechtheid
purper: waardigheid,macht en oppergezag
de pelsen: grootheid en gezag
De vereniging van kleuren leidt dan weer tot andere symboliek: vb. zilver(zuiverheid) en
sabel(kracht) leidt tot kuisheid.
Uiteraard is over de heraldiek in al zijn geuren en kleuren nog veel meer te vertellen. Toch
hebben wij in het voorgaande reeds een tipje van sluier opgelicht.
DE WAPENSCHILDEN DER GEMEENTEN.
In 1830 koos de Onafhankelijke Belgische Regering een zegel met de “Leo Belgica” en de
gemeenten werden aangespoord om dit voorbeeld te volgen
Op 1 januari 1955 bezaten 800 Belgische gemeenten wapens erkend of toegekend door Koninklijk
Besluit. Zo ook Beveren en Vrasene.
BEVEREN
Het Koninklijk Besluit van 4 november 1927 heeft aan de gemeente Beveren het schild van de
Heren van Beveren toegekend: gedwarsbalkt van goud en lazuur van acht stukken,een schuin
kruis van keel over het geheel. Het schild is geplaatst aan de voet van Sint Maarten te paard, die
een stuk van zijn mantel geeft een achter hem staande arme, het geheel van goud en sinopel.
VRASENE
Vrasene ( in 1183 Frasne van het latijnse fraxinus-els) is de naam van een parochie die
aanvankelijk met Sint-Gillis-Waas een vierschaar vormde.
In 1845 werden Vrasene en Meerdonk gescheiden. Tijdens het leentijdperk behoorde Vrasene toe
( tot het begin van de dertiende eeuw) aan de kastelein van Gent en ging daarna over in het
persoonlijk bezit van de graven van Vlaanderen. Uit dien hoofde behoorde Vrasene, waar
verschillende heerlijkheden gelegen waren, tot de “ Keure van het land van Waes”.
Een zegel van het “Plaatzelijk bestuurvan Vracene” droeg in 1845 een schild dat in hetzelfde jaar
bij Koninklijk Besluit van 26 februari aan de gemeente werd toegewezen.
Het schild is van lazuur met een kalvariekruis(latijns) van zilver, stralend van hetzelfde, beladen
met een doornenkroon van sinopel.
Het zal U opvallen dat de omschrijving van het wapenschild gebeurt in een zeer omslachtige taal.
Wellicht om het product een zekere historische waarde te geven.
BESLUIT.
Wapenschilden maken deel uit van ons historisch erfgoed. Ze moeten gekoesterd worden.
Zij zijn dan ook niet vervangbaar door één of ander modern embleem.